nummer 962, 15-12-2024
Dit nummer wordt gestuurd naar circa 4500 adressen.
|
De WiskundE-brief is een digitale nieuwsbrief, gericht op wiskundedocenten in het voortgezet onderwijs,
met als doel om een snelle onderlinge uitwisseling van informatie en
meningen mogelijk te maken. De brief verschijnt buiten de schoolvakanties minstens
één keer per twee weken. Het abonnement is gratis.
Uw bijdragen aan de WiskundE-brief zijn welkom op het e-mailadres
van de redactie. Op de website van de WiskundE-brief
kunt u zich abonneren, vindt u alle voorwaarden en advertentietarieven en kunt u oude nummers nalezen.
|
Artikelen en bijdragen | | |
Advertenties | | |
Niveau rekenen-wiskunde in groep 6
Vlak voor Sinterklaas verscheen het vierjaarlijkse rapport van TIMSS over de ontwikkeling van de prestaties wereldwijd op het gebied van (onder meer) rekenen-wiskunde in groep 6 (grade 4).
De inhoud lijkt voor Nederland bemoedigend, maar er is ook reden tot zorg.
TIMSS (Trends in International Mathematics and Science Study) onderzoekt elke vier jaar de kennis over (en attitude ten opzichte van) de exacte vakken in 'grade 4' (groep 6, 9-10 jarigen) en in 'grade' 8 (leerjaar 2 van het vo, 13-14 jarigen).
De laatste peiling vond plaats in het voorjaar van 2023, dus ruim anderhalf jaar geleden.
Nederland doet alleen mee met leerlingen uit groep 6.
Boven gemiddeld
Internationaal gezien wordt de 'ranglijst' bij 'mathematics' (rekenen-wiskunde) aangevoerd door een paar Oost-Aziatische landen.
Daaronder zit een groep met onder meer Engeland.
Daar weer onder zit een groep landen met onder andere Nederland.
Veel Europese landen, waaronder België (Vlaanderen) scoorden lager dan Nederland, maar de verschillen binnen West-Europa zijn vaak klein.
In de figuur hieronder zijn de scores voor de landen +) die bovengemiddeld presteerden in beeld gebracht.
De gemiddelde score van de Nederlandse zesdegroepers was dit jaar 537.
Dat getal zegt iets meer met de kennis dat het gemiddelde van alle scores internationaal in 1995 werd vastgelegd op 500, en de standaardafwijking op 100 werd gezet.
De Nederlandse kinderen scoren dus 0,37 standaardafwijking boven het gemiddelde van 1995.
Overigens lag het gemiddelde in 2023 iets hoger: 503.
Internationaal is de participatie van de scholen een zwak punt van Nederland.
Omdat deelname hier, in tegenstelling tot veel andere landen, op vrijwilligheid berust, is het erg lastig om aan alle gestelde eisen te voldoen.
De resultaten van Nederland worden dan ook, evenals die van een paar andere landen, in de internationale rapporten steeds voorzien van een voetnoot.
Ontwikkeling
De opzet van het onderzoek in Nederland, uitbesteed aan een groep onder leiding van Martina Meelissen (Universiteit Twente), is in de loop van de jaren hetzelfde gebleven.
Dat geeft in ieder geval een reeks vergelijkbare resultaten.
Rekenen-wiskunde wordt in het TIMSS-onderzoek onderverdeeld in drie onderwerpen: gegevensweergave, getallen en 'meetkundige vormen en meten'.
In het verleden scoorden de leerlingen in Nederland wat lager bij het laatste onderwerp en juist bij 'gegevens' hoog.
De laatste jaren zijn de scores als het ware naar elkaar toegegroeid.
De scores voor 'getallen' gingen bijna tien jaar geleden behoorlijk onderuit, maar lijken zich de laatste jaren te herstellen.
Verschillen
Vier jaar geleden zagen we al dat vooral de betere leerlingen hoger scoorden, en de slechtere juist wat lager (zie WiskundE-brief 879).
Dat zien we ook in de jongste cijfers.
In 2011 bedroeg het verschil tussen de 25% best presterende leerlinge en de 25% met de laagste scores 72 punten, dus 0,72 standaardafwijking.
Vorig jaar was dit opgelopen tot 89 punten.
De scores van de laatste groep lijkt te stagneren.
De (25%) 'betere' leerlingen scoorden 6 punten hoger dan in 2011, terwijl de (25%) 'zwakkere' leerlingen juist 11 punten lager scoorden.
Het gaat hier om een proces dat al vele jaren aan de gang is.
Meisjes scoren traditioneel in Nederland lager dan jongens bij rekenen-wiskunde.
Bij vorige onderzoeken lag het verschil zo rond de 8 punten.
Bij het laatste onderzoek was dat ineens 17 *) punten.
Bij het onderwerp 'getallen' bedroeg het verschil zelfs ruim 20 punten.
Ook in andere landen zijn de prestatieverschillen tussen jongen en meisjes toegenomen.
Het verschil tussen de scores van leerlingen die thuis (bijna altijd) Nederlands spreken en de leerlingen die dat niet doen, is ook behoorlijk groot: 19 punten.
Dat is ongeveer gelijk aan dat van vier jaar daarvoor.
gk
-----------------------------
+) Steden als HongKong zijn weggelaten, evenals landen waarvan alleen de resultaten van groep 7 beschikbaar waren
*) Ogenschijnlijk 18, maar dat komt door afrondingen.
bronnen:
|
Rekenen eind basisonderwijs
Een keer per vier jaar wordt onder regie van de inspectie het reken-wiskundeonderwijs in groep 8 onder de loep genomen via een steekproef.
In het voorjaar van 2023 deden daar ruim 100 scholen uit het primair onderwijs (basisonderwijs én speciaal onderwijs) aan mee.
De afname werd om praktische redenen gecombineerd met het TIMSS-onderzoek in groep 6 en de resultaten zijn ook tegelijk gepubliceerd.
De inspectie gebruikt Peil.onderwijs en soms Peil.Rekenen-Wiskunde als aanduiding voor verschillende onderzoeken.
Dat kan verwarrend werken: de resultaten van deze vierjaarlijkse peiling zijn slecht te vergelijken met de jaarlijkse reportages over het rekenen eind basisschool, waarbij de inspectie zich baseert op met name de gegevens van de eindtoetsen.
Zo is uit de nieuwe publicatie te halen dat in het voorjaar 2023 maar liefst 17% van de leerlingen niveau 1F niet haalde en slechts 33% 1S. Volgens de eindtoetsen van dat jaar haalde maar 7% 1F niet en zat 45% op niveau 1S.
Als verklaring wordt meestal aangevoerd dat bij peilingen er voor de leerlingen weinig of niets op het spel staat (low-stake) en bij de eindtoetsen juist veel (high-stake).
Geen achteruitgang
De vierjaarlijkse peilingen zouden wel goed vergelijkbaar moeten zijn.
En wat blijkt?
De leerlingen doen het niet slechter dan in 2019 (voor corona) en mogelijk zelfs iets beter.
Dat is voor velen wellicht verrassend goed nieuws.
De resultaten in 2019 waren op hun beurt weer significant hoger dan die in 2011.
Deze resultaten staan in schril contrast met de berichten (en cijfers) over sterk gedaalde rekenvaardigheden.
Helaas zijn de ontwikkelingen op de verschillende 'domeinen', zoals getallen of gegevens en meetkunde, niet na te gaan, omdat de gegevens uit verschillende jaren niet vergelijkbaar zijn.
Rekenlessen
Het onderzoek peilt niet alleen hoe goed er gerekend wordt, maar gaat via vragenlijsten voor leraren en leerlingen ook uitgebreid na hoe het rekenonderwijs plaatsvindt.
Een belangrijk punt is dat de gemiddelde lestijd die aan rekenen wordt besteed in het basisonderwijs met een kwartier per week is toegenomen, van 4:46 in 2019 naar 5:03 in 2023.
Daarmee zijn we weer bijna terug op het niveau van 2011.
Minder positief is dat ruim een kwart van de leerlingen meldt dat het vaak 1) in de lessen te onrustig is om te kunnen werken.
Als het probleem iets anders wordt geformuleerd, "Het gedrag van andere leerlingen in de klas maakt het voor mij moeilijk om me te kunnen concentreren", geeft maar liefst 36% aan dat dit vaak 2) het geval is. Vier jaar geleden werden er geen vragen over 'Ordelijk klasklimaat' gesteld.
Een onderwerp dat sommigen nogal bezighoudt is de stapsgewijze aanpak van onder andere vermenigvuldigen en delen.
Als illustratie staat hiernaast steeds links de aanpak die vaak wordt geassocieerd met 'realistisch rekenen' en soms als nodeloos omslachtig wordt gezien.
Rechts staat de 'traditionele' korte aanpak.
Bij optellen, aftrekken en vermenigvuldigen komt de korte methode uitgebreid aan bod.
Meer dan 90% van de leerkrachten geeft aan dat (bijna) alle leerlingen deze aanpak aangeboden krijgen.
Bij delen is dat anders.
Ruim 60% van de ondervraagde leerkrachten geeft aan dat de (korte) staartdeling uitgebreid aan de orde komt.
gk
----------------------------
1) 7% (bijna) altijd; 20 % in ongeveer de helft van de lessen.
2) 15% (bijna) altijd; 21% in ongeveer de helft van de lessen.
|
Aanbeveling: creëer denkklassen
Dit jaar zit ik in het derde jaar van mijn transitie als docent.
Na 17 jaar voor de klas te hebben gestaan, besloot ik mezelf opnieuw te ontdekken als leraar.
Het boek Building Thinking Classrooms (BTC) van Peter Liljedahl heeft het leven van de kinderen in mijn klassen behoorlijk op z'n kop gezet.
Het contrast is enorm, zowel qua organisatie in de les als vooral ook qua houding van de leerlingen.
Met houding bedoel ik dan het enthousiasme, de focus en het doorzettingsvermogen dat ik zie.
De houding omvat ook hoe ze tegen het vak aankijken. Wiskunde is niet langer een verzameling van trucjes, maar het is logisch voor alle leerlingen.
Hoe dan?
In een groot deel van de lessen ziet het er nu als volgt uit.
De leerlingen komen binnen in een lokaal met allemaal whiteboards, of andere uitwisbare verticale oppervlakken, langs de rand met per werkplek één stift.
Als iedereen binnen is, vraag ik de leerlingen rond mij of een werkplek te gaan staan, waar ik het probleem introduceer waaraan we gaan werken.
Als dat gebeurd is, in maximaal 5 minuten, krijgen de leerlingen allemaal een speelkaart die aangeeft waar ze met hun willekeurig samengestelde groepje van 3 aan de slag gaan.
Tijdens het puzzelen is er heel veel interactie binnen de groepjes, maar soms ook tussen de groepjes als ze elkaar op weg helpen of als ze verschillende antwoorden hebben en elkaar proberen uit te leggen hoe ze tot hun antwoord zijn gekomen.
Nadat de leerlingen klaar zijn met de opdracht of opdrachten ronden we de activiteit gezamenlijk af met een zogenaamde consolidatie.
Als het gaat om het aanleren van een nieuwe vaardigheid, volgt er ook het maken van een aantekening.
Het huiswerk is vervangen door check-je-begrip-vragen die ze in de les kunnen maken of thuis.
Ervaringen
Nu ik in het derde jaar BTC zit, is mijn brugklas mavo/havo laaiend enthousiast en zijn ze vaak verbaasd dat de les alweer voorbij is. Mijn 4 havo wiskunde A groep hoef ik bijna nooit meer aan het werk te zetten omdat ze afgeleid zijn.
Ze zijn gewoon heerlijk aan het puzzelen en ondertussen leren ze heel erg veel zonder dat ze het doorhebben.
Dit jaar heb ik voor het eerst in jaren ook weer eens een wiskunde A groep in 5 vwo, waarin de leerlingen oprecht willen weten wat de logica is achter wat we doen.
Mijn 5/6V wiskunde D-groep is ook veel beter te managen, nu de leerlingen zo zelfstandig met elkaar overleggen. Ik kan dan mooi even met de leerlingen van de 5 e overleggen, terwijl die van de 6 e gewoon bezig zijn.
Als zij consensus hebben bereikt over hun antwoorden hoef ik vaak alleen nog maar te vertellen dat het goed is en kan ik nog even de essentiële inzichten benoemen die vaak wel en soms bijna opgedaan zijn.
Het was voor mij een hele ommezwaai en alles wat ik nu doe staat in het boek Building Thinking Classrooms beschreven. Nog veel leuker is het om een scholing van Peter Liljedahl zelf te volgen.
Omdat ik het iedereen gun ook kennis te maken met het concept en omdat Peter een ontzettende entertainer is, ben ik bezig een scholing van Peter Liljedahl in Utrecht te regelen.
Op woensdag 21 mei bent u van harte welkom om in Utrecht aan te sluiten.
Als u meer wilt weten of u wilt zich aanmelden, kijk dan op www.buildingthinkingclassrooms.nl.
Maarten Müller
|
Wiskunde D vervolg
In WiskundE-brief 961 vroegen wij onze lezers om meer informatie over de manier waarop wiskunde D op de verschillende scholen wordt aangeboden wanneer er maar één lesuur beschikbaar is. Hieronder een korte samenvatting.
We hebben op deze oproep reactie gekregen van 17 scholen.
In 12 gevallen was er duidelijk sprake van (slechts) 1 lesuur.
Van deze laatste groep maakt de helft gebruik van wiskunde D online.
Onze stelling dat het 'zeer waarschijnlijk' is met één lesuur per week te participeren in wiskunde D online was dus niet geheel terecht.
Wat verder opvalt is dat 6 van de 17 scholen expliciet aangeven dat 4 , 5 en 6 vwo bij elkaar in één lesgroep zitten.
Op één van deze scholen is het zelfs zo dat daar ook nog 4 en 5 havo bij zit.
We lezen ook dat er op sommige scholen in een modulevorm wordt lesgegeven, volgens een soort carrousel.
Hartelijk dank voor de reacties.
We hopen door deze inventarisatie wat duidelijkheid te hebben gegeven.
Mochten er nog vragen zijn, stuur ons gerust een bericht.
|
Groei eerstegraads lerarenopleidingen wiskunde
Sinds 2017 is het aantal studenten op de eerstegraads lerarenopleiding flink gestegen.
Helaas lijkt daar alweer een eind aan gekomen te zijn, maar in vergelijking met andere 'grote' vakken doet wiskunde het niet slecht.
In het Trendrapport HO 2024 van het ministerie van OCW worden ook wat gegeven verstrekt over de eerstegraads (Master) lerarenopleidingen voor de diverse vakken.
Bij de tweedegraadsopleidingen wordt dat onderscheid niet gemaakt.
De cijfers zijn bijgewerkt tot en met het vorige studiejaar.
Een terugblik van 8 jaar laat zien dat er in die periode een behoorlijk groei zat bij wiskunde.
Dat wordt vooral duidelijk als we gegevens voor de twee andere 'grote' vakken, Engels en Nederlands erbij betrekken.
Hieronder is dat in beeld gebracht.
Het heeft er alle schijn van dat de groei alweer voorbij is.
Over een paar maanden zijn er hopelijk wat actuele cijfers beschikbaar.
We houden u op de hoogte.
gk
|
Laat leerlingen oefenen voor Wiskunde Olympiade
Uw leerlingen kunnen oefenen voor de eerste ronde van de Wiskunde Olympiade.
De eerste ronde is in de periode van 20 tot en met 31 januari.
Deelname is gratis en een leuke uitdaging voor uw leerlingen.
Voor leerlingen die alvast willen oefenen of die gewoon niet kunnen wachten om uitdagende, puzzelachtige opgaven te maken.
Vanaf maandag 16 december wordt er elke dag tot aan de start van de eerste ronde een nieuwe opgave op onze paginas op Facebook, Instagram en Discord geplaatst.
U kunt uw school opgeven via de wedstrijdsite.
Als u al een account heeft, kunt u inloggen door bij gebruikersnaam uw e-mailadres in te vullen.
Als u voor het eerst wedstrijdleider bent, kunt u een account aanmaken (klik op de link onderaan) en vervolgens de school aanmelden.
De inschrijving sluit op 9 januari.
Overigens hebben Lance Bakker (Universiteit Leiden), Damaris ter Haar (Universiteit Twente), Wouter Zandsteeg (Radboud Universiteit) , Wietze Koops (Radboud Universiteit) en Samuel Tiersma (Universiteit Leiden) Jong Talent Prijzen van de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen (KHMW) gewonnen.
Deze zijn maandag 25 november in Haarlem uitgereikt en zijn voor de beste propedeuse-studenten per studierichting/universiteit en voor de beste afstudeerscripties per studierichting.
Dit betekent dat maar liefst vijf oud-deelnemers van de Wiskunde Olympiade in de prijzen vielen!
De Jong Talent Prijzen zijn ter stimulering van het wetenschappelijk onderwijs in de technische en exacte richtingen (zie ook deze site}.
Namens de Stichting Nederlandse Wiskunde Olympiade,
Melanie Steentjes ( melanie@wiskundeolympiade.nl)
|
Winterverkoop - boeken voor een vaste prijs
Deze winter verkopen we zoals altijd weer boeken voor vaste lage prijzen.
Het zijn de niet-verkochte boeken van de oktoberveiling.
Daar zitten nog mooie koopjes tussen!
Ook hebben we veel complete jaargangen van het tijdschrift Pythagoras voor de spotprijs van 1 euro per jaargang.
De volledige opbrengst van de verkoop gaat naar projecten rondom wiskundeonderwijs in ontwikkelingslanden.
De winterverkoop duurt tot 30 maart 2025.
De oktoberveiling sloot op 27 oktober.
Op de laatste dag van de veiling werd nog fel tegen elkaar geboden.
De opbrengst van € 2790 was weer mooi.
En 'last but not least', ik wil graag Jos Remijn bedanken voor zijn inzet in de afgelopen jaren als Veilingmeester voor de Wereldwiskunde Fonds.
Nico Maduro ( wereldwiskundeboeken@nvvw.nl)
|
Afsluiting
Het jaar 2024 loopt langzamerhand ten einde en de kerstvakantie lonkt.
Het jaartal van het nieuwe jaar is, als enige deze eeuw, een zuiver kwadraat.
Dat maakt het in ieder geval een bijzonder jaar.
We wensen onze lezers fijne feestdagen en een verkwikkende vakantie.
Over 4 weken melden we ons weer.
redactie
|
Advertenties
Klaar voor de beste GR voor het middelbaar onderwijs?
Ook úw leerlingen aan de slag met de meest intuïtieve, snelste en modernste grafische rekenmachine op de markt?
Neem contact op met Klaas Kuperus (klaas.kuperus@moravia-consulting.com) voor meer informatie en ontvang een HP Prime docentenmodel voor u en/of de sectie.
- Zeer snelle nieuwe processor, niet meer lang wachten op uitkomsten
- Een touchscreen in kleur en zeer hoge resolutie, voor snel en duidelijk plotten van grafieken
- Door het CvTE goedgekeurde examenmode
- Compleet Nederlandse software en ondersteuning
- Beschikbaar vanaf € 99 voor uw leerlingen
- Volledige support van Noordhoff voor G&R en MW online beschikbaar
Neem ook eens een kijkje op www.hp-prime.nl voor veel meer informatie over de HP Prime rekenmachine en Nederlands lesmateriaal.
|
|
|
KERN Wiskunde: Duurzaam, Up-to-date, Eerlijk en Voordelig
- Duurzaam: Geen LiFo-wegwerpboeken, maar boeken van hoge kwaliteit die gedrukt worden in Nederland.
- Up-to-date: KERN Wiskunde sluit naadloos aan op de nieuwe kerndoelen en is beschikbaar voor alle leerjaren en niveaus.
- Eerlijk en Voordelig: Geen boek-licentiekoppelverkoop of langjarige contracten. KERN Wiskunde is bovendien aanzienlijk voordeliger dan de andere wiskundemethoden.
Wilt u meer weten? Bezoek ons op
onze website.
|
|
|
Ontdek de fx-CG50 met een gratis workshop!
De fx-CG50 is al 7 jaar een snelle, gebruikersvriendelijke en betrouwbare grafische rekenmachine in het onderwijs.
We helpen de wiskundesectie graag op weg om kennis te maken met de fx-CG50!
Vraag de gratis workshop aan waarin we laten zien hoe u deze rekenmachine optimaal kunt gebruiken.
Onze fx-Trainer geeft tips en trucs waarmee u (en uw leerlingen) meteen aan de slag kunnen.
Meer weten?
Neem contact op via educatie@casio.nl!
|
|
|
|
|