nummer 952, 2 juni 2024
Dit nummer wordt gestuurd naar ruim 4500 adressen.
|
De WiskundE-brief is een digitale nieuwsbrief, gericht op wiskundedocenten in het voortgezet onderwijs,
met als doel om een snelle onderlinge uitwisseling van informatie en
meningen mogelijk te maken. De brief verschijnt buiten de schoolvakanties minstens
één keer per twee weken. Het abonnement is gratis.
Uw bijdragen aan de WiskundE-brief zijn welkom op het e-mailadres
van de redactie. Op de website van de WiskundE-brief
kunt u zich abonneren, vindt u alle voorwaarden en advertentietarieven en kunt u oude nummers nalezen.
|
Artikelen en bijdragen | | |
Vacatures in het onderwijs | | |
Advertenties | | |
Omgaan met (on)nauwkeurigheid
Een goed principe is om bij een berekening rekening te houden met de nauwkeurigheid van de gegevens.
In de schoolwiskunde is dat niet goed verankerd.
Vaak wordt gedaan of de gegeven getallen precies zijn en op het eind wordt in het gunstigste geval op het gevoel afgerond. Bij de centrale examens wiskunde wordt de kandidaat door het vermelden van de gewenste nauwkeurigheid van het antwoord in de praktijk vaak ontheven van de verantwoordelijkheid die nauwkeurigheid uit de probleemsituatie af te leiden.
Dat levert soms wat merkwaardige situaties op.
Zo wordt in het examen wiskunde A/C van dit jaar 1) gevraagd hoeveel grasland er nog over is met de volgende gegevens:
- Er is ruim 150 000 ha verdwenen
- Dat komt overeen met een afname met 14%
Het antwoord moet worden afgerond op duizenden hectares.
Dat is een onrealistische nauwkeurigheid.
Zelfs als die 14% exact zou zijn betekent elke duizend ha boven de 150 000 een verschil van ruim 6 duizend ha met het gewenste antwoord: 912 000 ha.
Wanneer 14% in werkelijkheid iets minder is, bijvoorbeeld 13,86%, lopen de verschillen nog verder op.
Strikt genomen is het beoordelingsmodel zelfs onjuist, omdat met een belangrijk gegeven, ruim 150 000 ha, geen rekening gehouden is.
Marges
Opmerkelijk is dat de examenmakers soms opzettelijk extra onnauwkeurigheden lijken te introduceren door bepaalde waarden te laten aflezen in een grafiek.
In de vraag volgend op die over het grasland moet de kandidaat aflezen met hoeveel procent een bepaalde vogelsoort in een bepaald gebied gedurende twee periodes jaarlijks afneemt.
Daarbij mag, zo blijkt uit het correctievoorschrift, een marge van 0,2% (eigenlijk procentpunt) gehanteerd worden.
Mede omdat de vraag betrekking heeft op wat er gedurende een periode van 16 jaar gebeurt, heeft deze marge gevolgen voor het eindantwoord - dat moet worden afgerond op hele procenten.
Dat variëert van 77 tot (en met) 79%, terwijl 78% het beoogde antwoord was.
Van leerlingen wordt gevraagd om zich bewust te zijn van de gevolgen van tussentijds afronden; van examenmakers zou mogen worden verwacht dat zij zich bewust zijn van de gevolgen van de onnauwkeurigheid bij het aflezen.
Tekenen
|
 | | |
Net als aflezen is tekenen een bron van onnauwkeurigheid.
In het examen wiskunde C kwamen beide aspecten aan de orde bij vraag 8.
Bij een logistische kromme die het verband benadert tussen het gewicht en de lengte van het onderbeen, de tarsuslengte, van gevangen jonge leeuweriken, werd gevraagd naar de maximale toenamesnelheid van het gewicht. Het komt erop neer dat de kandidaat op een bijlage moet nagaan waar de grafiek het steilst is en daar de toename schat.
Omdat een functievoorschrift is gegeven kan de opgave bij voldoende kennis exact worden opgelost: het gaat om de afgeleide in het buigpunt.
Differentiëren hoort echter niet bij de examenstof van wiskunde C en zelfs het woord raaklijn wordt volgens de syllabus niet bekend verondersteld.
Toch gaat het beoordelingsmodel uit van het tekenen van de raaklijn 'in het steilste punt' van de grafiek. Er wordt trouwens alleen zeer globaal verteld waar dat ligt.
Via een paar 'mooie' punten die op de raaklijn lijken te liggen komt men aan een maximale toename van 5/3 (g/mm). Dat is wat lager dan uit een berekening van de afgeleide in dat punt volgt: ongeveer 1,69. Omdat afgerond moet worden op een heel getal heeft dat geen gevolgen: het eindantwoord is 2 (g/mm).
Redelijk?
Het beoordelingsmodel vermeld uitdrukkelijk: Als gevolg van teken- dan wel afleesafwijkingen kunnen de afgelezen punten redelijk variëren.
Bij correctie dient daarmee rekening gehouden te worden.
Dat lijkt allemaal heel redelijk. Maar nu komt het.
Sommige (veel?) leerlingen hebben twee punten gekozen op het gedeelte van de grafiek, dat aardig een rechte lijn benadert, en met de helling van de lijn door deze punten de vraag beantwoord.
Volgens het verslag van de examenbespreking moet dat worden gestraft met 2 punten aftrek. Het is de moeite waard om hier eens nader naar te kijken.
Hiernaast is te zien om welk deel van de grafiek het gaat.
De afstand tussen de roosterlijnen is op de bijlage ongeveer 1 cm.
De grafiek is met zwart getekend, de raaklijn in het buigpunt B met blauw.
De helling daarvan is ongeveer 1,69.
Verder zijn symmetrisch ten opzichte van B twee punten P en Q gekozen op de grafiek, zoals hierboven beschreven.
Tenslotte is met groen de lijn getekend door B met richtingscoëfficiënt 1,5.
Deze lijn geeft de grens aan van acceptabele lijnen.
Lijnen door B die steiler lopen dan de groene lijn hebben immers een richtingsgetal dat afgerond op een heel getal gelijk is aan 2.
Het verschil tussen de beoogde raaklijn en de in het examenverslag afgewezen lijn, rood gestippeld, door PQ is nauwelijks waarneembaar.
Bovendien ligt de helling van PQ nog ruim binnen de marge die is bepaald door de gewenste afronding.
Jammer genoeg lijkt er bij de examenbesprekingen wenig aandacht voor dit soort zaken te zijn.
gk
----------------------------
1) Examen Vwo 2024 tijdvak 1 wiskunde A vraag 13;
Examen Vwo 2024 tijdvak 1 wiskunde C vraag 4
|
Hinken op twee gedachten?
Examenmakers lijken er op uit te zijn steeds weer te laten zien dat wiskunde van belang is voor de praktijk van alledag.
We zien vaak (voor sommigen) aansprekende contexten, en ook min of meer praktische vraagstellingen.
Dat lijkt een mooi uitgangspunt, maar er zitten ook minder mooie kanten aan.
Hieronder wordt dat toegelicht aan de hand van een vraag uit het havo wiskunde-A examen van vorige maand.
De betreffende vraag 1) heeft betrekking op het trainen op hartslag bij hardlopen.
Daarbij is het van belang het type training af te stemmen op de maximale hartslag.
Deze laatste neemt af met de leeftijd en er zijn allerlei formules waarmee op basis van de leeftijd de maximale hartslag geschat kan worden.
Voor een betrouwbare bepaling is echter een goed opgezette test nodig, bij een sportarts.
Kennis van de maximale hartslag kan helpen om trainingen op de juiste wijze te doen.
Soms is het zaak er hard tegenaan te gaan, soms juist om het rustig aan te doen.
Om sporters en trainers wat meer houvast te geven zijn tabellen als hiernaast ontwikkeld.
Op zich een mooie context voor wat rekenvragen, maar de manier waarop dit verwerkt is in een examenvraag leidde bij mij tot kromme tenen.
Problematisch
Ik noem een paar punten die mij in negatieve zin opvielen.
- In de inleiding wordt een ogenschijnlijke nauwkeurige formule opgevoerd waarmee 'getrainde mannen' hun maximale hartslag zouden kunnen bereken op basis van hun leeftijd: M = 205,8 − 0,685 L. Dat is behoorlijk misleidend.
- In de vraag wordt een getrainde man, Hans, van 48 jaar opgevoerd die een rustige duurtraining gaat doen.
De bedoeling is dat gebruik gemaakt wordt van de genoemde formule, maar dat staat nergens expliciet.
- Er wordt wel gemeld dat je je hartslag via een horloge in de gaten kunt houden, maar niet dat deze meting vaak wat afwijkt van de werkelijke hartslag.
- Er wordt met verwijzing naar de tabel hiernaast uitdrukkelijk gevraagd welke hartslagen mogelijk zijn, met een verplichte afronding op een heel getal.
Dat is gezien de context weing zinvol.
- Gezien de vereiste afronding is het storend dat niet duidelijk is wat precies de bovengrenzen zijn bij de tabel hierboven waar het soort training wordt gekoppeld aan percentages van de maximale hartslag.
De bedoeling
Bij examenopgaven mag verwacht worden dat de verstrekte informatie helder en correct is, en vooral dat duidelijk is wat van de kandidaat wordt verwacht.
Probleem is dat dit laatste soms pas het geval is na bestudering van het beoordelingsmodel.
Dat luidt in het geval van vraag 11:
Blijkbaar is is het de bedoeling dat met de niet (op een heel getal) afgeronde uitkomst voor de maximale hartslag wordt doorgerekend.
Dat is in lijn met een algemene regel in het correctievoorschrift (4a) en ook met wat vaak aan leerlingen wordt geadviseerd.
Echter, regel 4b zegt: 'uitzondering zijn die gevallen waarin door de context wordt bepaald dat tussenantwoorden moeten worden afgerond.'
Als een man inderdaad de formule zou gebruiken om zijn maximale hartslag te bepalen, ligt afronden op een heel getal wel erg voor de hand.
Verder staat in de tweede regel van het beoordelingsmodel dat 60% en 70% van de uitkomst van de formule wordt bepaald.
Dus blijkbaar is het de bedoeling dat 70% bij het interval hoort en dat de grens niet bij 69,5% ligt. Beide uitkomsten worden afgerond, zo te zien naar het dichtsbijzijnde hele getal.
Tenslotte wordt de kandidaat geacht aan te geven wat precies de toegestane waarden voor de hartslag zijn.
Toch niet realistisch
Wie de context van de opgave serieus neemt kan de illusie krijgen dat het gaat om een reëel praktisch probleem.
Kijkend naar het beoordelingsmodel is dat niet de bedoeling.
Sterker nog: aanduidingen die, wellicht onbewust, aangeven dat het antwoord eigenlijk niet zo procies is te geven, zoals 'tussen 104 en 121' of 'van 104 tot 121', worden met argusogen bekeken en en soms zelfs resoluut afgekeurd 2).
Ik heb een jaar geleden (zie WiskundE-brief 932) al uitgebreid aandacht besteed aan de betekenis van het woord 'tussen'.
In tegenstelling tot wat sommigen, helaas blijkbaar goed vertegenwoordigd in de centrale examenbespreking, lijken te denken, is 'tussen', evenals 'tot', geen begrip dat binnen de wiskunde precies is gedefinieerd.
Voor het in- of uitsluiten van grenzen zijn er wel de bekende (interval)notaties.
Als je kijkt hoe het woord in de dagelijkse praktijk wordt gebruikt, zie je dat grenzen soms wel en soms niet worden uitgesloten én dat het vaak niet duidelijk en soms ook niet van belang is.
Bij een veelgebruikt rekenprogramma als Excel betekent 'tussen' trouwens expliciet dat de grenzen meedoen.
ASELECTTUSSEN(1;10) geeft een heel getal uit de verzameling {1;2;...9;10}.
Eerlijk?
Hier wreekt zich een ander nadeel van de suggestie dat het gaat om het oplossen van een 'alledaags' probleem. Het antwoord wordt enerzijds geacht te worden gegeven in 'gewoon Nederlands', anderzijds heel precies, en vaak preciezer dan in de context verantwoord is.
Het gevoel dat leerlingen op oneigenlijke zaken worden afgerekend, komt in de discussies op het examenforum van de NvvW herhaaldelijk naar voren.
Examinatoren, en gecommitteerden, proberen leerlingen zo eerlijk mogelijk te behandelen.
Daarbij strijdt soms het gevoel van wat eerlijk is naar de kandidaat, zoals honoreren van een antwoord dat eigenlijk goed is, met het streven naar een zoveel mogelijk gelijke beoordeling van alle kandidaten landelijk gezien. Deze innerlijke strijd wordt niet zelden voortgezet in het overleg tussen de eerste en tweede corrector.
Nu is discussie over examenwerk op zich geen slechte zaak, maar naar mijn gevoel worden er al vele jaren veel en langdurige discussies gevoerd die eigenlijk onnodig zouden moeten zijn.
Ik heb het idee dat door een heldere vraagstelling, met duidelijke en reële eisen aan de beantwoording, veel onduidelijkheid, verwarring en verschil van mening te voorkomen is.
Echter, ik mis een gevoel van urgentie bij degenen die voor de examens verantwoordelijk zijn voor het oplossen van zaken die nog steeds niet goed gaan.
Dat gevoel wordt versterkt bij het lezen van antwoorden van de Examenlijn op vaak brandende vragen van leraren.
Mijn indruk is dat al te makkelijk het probleem bij de docenten en leerlingen wordt gelegd.
Die zouden intussen moeten weten wat de, soms ongeschreven, bedoeling is van een vraag...
Wat meer (zelf)kritiek zou wenselijk zijn.
Gerard Koolstra
------------------------------------
1) Zie deze pagina voor opgaven, bijlage, en correctievoorschriften.
2) Zie Verslag centrale examenbespreking havo A mei 2024
|
De wiskundedialoog
Op dinsdag 15 oktober 2024 zal de wiskundedialoog, een studiedag voor wiskundedocenten, weer plaatsvinden op de Radboud Universiteit te Nijmegen.
De studiedag richt zich op eerste- en tweedegraads docenten wiskunde.
Zij worden bijgepraat over de nieuwste ontwikkelingen binnen het voortgezet onderwijs.
Ieder jaar nodigen we interessante sprekers uit die hun expertise en bevindingen willen delen met collega's.
Tussen de opening en de slotlezing kunnen de deelnemers in drie rondes kiezen uit een groot aanbod aan workshops met thema's uit het tweede- en eerstegraadsgebied.
Afsluitend kunnen de deelnemers tijdens een borrel gezellig bijpraten.
Workshop verzorgen tijdens de Wiskundedialoog?
Heeft u interessant materiaal ontwikkeld of wilt u tijdens deze studiedag uw kennis delen?
Neem dan contact op met Tim van Lier ( tim.vanlier@ru.nl) voor het verzorgen van een workshop. Wanneer uw workshop wordt geselecteerd, krijgt u gratis toegang tot de Wiskundedialoog.
Voorinschrijving
Het duurt nog even, maar het is nu al mogelijk om u in te schrijven voor de Wiskundedialoog.
Volg deze link voor meer informatie en de voorinschrijving.
|
AI in het onderwijs
Bètapartners en AlfaGammapartners organiseren wederom een conferentie over kunstmatige intelligentie in het onderwijs.
Dit keer op het Regius College in Schagen.
Het doel is te leren hoe kunstmatige intelligentie werkt en gebruikt kan worden in de les, waarbij er veel ruimte is voor onderlinge uitwisseling van best practices.
In het bijzonder wordt ingegaan op ChatGPT.
Keynote spreker Antske Fokkens (VU) neemt u mee in de wetenschap achter ChatGPT.
Daarna zijn er verschillende parallelsessies, zoals De over de wiskunde achter ChatGPT, AI en ethiek en ChatGPT prompting voor docenten.
De meeste parallelsessies zijn gericht op docenten in de alfa- en gammahoek.
Ook is er een sessie over de wiskunde achter ChatGPT, geleid door Sharon Calor.
Jordi Mellema, Ömer Eroğlu, Midas Scheffers en David van Batenburg werkten aan de UvA bij wiskundedidactiek aan een groepsproject met als doel onderwijsontwikkeling of onderwijsverbetering.
Zij hebben lessen ontwikkeld waarmee leerlingen van de middelbare school de wiskunde achter ChatGPT leren.
In deze presentatie worden de lessen en resultaten van leerlingen gepresenteerd.
Het programma start om 14.30 uur en bestaat uit een keynote, gevolgd door twee parallelsessies met een pauze ertussen.
Het programma wordt afgesloten met een diner tot 19.30 uur.
Wilt u geïnspireerd raken door deze technieken of juist praktische kennis opdoen over hoe u AI kunt integreren in uw lessen?
Meld u via deze pagina aan voor de conferentie.
Bij aanvang van de conferentie kunt u doorgeven welke sessie u wilt volgen.
Als u zelf materiaal wil presenteren op de uitwisselingsmarkt, vul dan
dit formulier in.
|
Een oorkonde voor een 10
Ook dit jaar kunnen wiskundedocenten in het voortgezet onderwijs een oorkonde aanvragen voor hun leerling(en) met een 10 voor wiskunde op de eindlijst.
Daarnaast maken leerlingen met een foutloos gemaakt centraal eindexamen (vmbo, havo of vwo) kans op een leuke prijs.
Heeft u een excellente leerling met een 10 voor wiskunde op de eindlijst?
Dan kunt u deze leerling aanmelden voor een oorkonde van Platform Wiskunde Nederland.
Helaas kan alleen een digitale versie worden opgestuurd, die u zelf kunt printen.
U kunt deze oorkonde dan bij de diploma-uitreiking overhandigen.
De oorkonde kan worden aangevraagd tot uiterlijk vrijdag 5 juli 2024.
Lees meer op de website van Platform Wiskunde Nederland.
|
Vacatures in het onderwijs
In deze rubriek staan vacatures die we relevant achten voor wiskundeleraren.
Voor de voorwaarden: zie www.wiskundebrief.nl.
Vacature Algebrakit
Heeft u verstand van wiskundeonderwijs en interesse in digitaal leren? Algebrakit is op zoek naar een Educatief Support Manager.
U vervult een brugfunctie tussen techniek en onderwijs. Dat doet u door het opzetten en geven van trainingen, het organiseren van de supportafdeling en het aansturen van interne auteurs.
- 24 tot 40 uur per week, in overleg
- Mogelijkheid om deels vanuit huis te werken
- Locatie: Eindhoven
Lees hier de volledige vacature.
|
Vacature voor Educatief Auteur bij bettermarks
Bettermarks ontwikkelt momenteel een 2e editie van zijn vmbo wiskundemethode in Nederland.
Om ons team te versterken zijn wij op zoek naar een Educatief Auteur.
Meer weten? Ga naar deze pagina voor meer informatie.
|
Advertenties
Wiskunde D zonder zorgen
Heeft uw school iemand nodig om de wiskunde D-lessen te verzorgen?
Op drie scholen geef ik de wiskunde D-leerlingen van havo en vwo online les volgens het 'flip the classroom' principe.
Per school school zijn de leerlingen verdeeld over twee clusterklassen.
Volgend jaar heb ik ruimte voor een vierde school.
Als reguliere docent ben ik verantwoordelijk voor de lessen, feedback, PTA, planning, huiswerkcontrole, SOs, toetsen, nakijken, contact met mentor en ouders, etcetera.
Inmiddels heb ik acht jaar wiskunde D-ervaring met dergelijke clusterklassen, waarvan drie jaar digitaal, met succes.
Bij interesse kunt u contact opnemen via nynkekoopmans@gmail.com of 06 10 13 23 98.
Nynke Koopmans
|
Rekenmachine extra voordelig via Eduwinkel
Laat uw leerlingen extra voordelig hun rekenmachine bestellen bij Eduwinkel!
Gebruik maken van centrale aankoop van wetenschappelijke en grafische rekenmachines en levering op school of thuis?
Bij Eduwinkel bieden we uw leerlingen de scherpste prijzen en voorwaarden voor alle merken.
Neem snel vrijblijvend contact op voor een offerte via info@eduwinkel.nl.
|
De voordelen van groepsbestellingen bij NumWorks
Voor docenten
✓ Eenvoudig activeren en beheren van link met korting
✓ U hoeft zelf geen geld in te zamelen van leerlingen/ouders
Voor leerlingen en hun ouders/verzorgers
✓ Zij profiteren van € 10 korting, bij een goede rekenmachine
✓ Individuele en veilige online betaling
Voor school
✓ Een gratis rekenmachine voor elke 30 bestelde rekenmachines in een groepsbestelling.
Vragen? Stuur ons een mailtje via contact@numworks.nl.
|
|
|
KERN Wiskunde 4 havo A deel 1 is 7 juni beschikbaar
Komend schooljaar gaan de eerste scholen starten met KERN Wiskunde 4 havo. Bent u ook nieuwsgierig naar de eerste boeken?
Reserveer nu alvast KERN Wiskunde 4 havo A deel 1 met 50% docentenkorting en krijg hem meteen binnen zodra hij beschikbaar is!
|
|
|
Handige instructievideos voor TI wetenschappelijke rekenmachines
Leerlingen doen eenvoudige sommen of wetenschappelijke en statistische berekeningen op een handige manier met de wetenschappelijke rekenmachines van Texas Instruments!
Om u als docent te ondersteunen zijn er sinds kort verschillende instructievideos
Die laten stap voor stap zien hoe leerlingen bepaalde berekeningen uitvoeren. Bekijk ze hier voor de TI-30XB en XS MultiView™!
Bekijk de instructievideo's.
|
|
|
Webinar: Data en statistiek
Wat doen leerlingen fout, hoe komt dat en wat doe je eraan?
In dit webinar op donderdag 27 juni verdiepen we ons in de uitdagingen en oplossingen rondom het onderwijs in data en statistiek.
Dit domein is van cruciaal belang in het nieuwe examenprogramma van zowel Wiskunde A, C, als B en voor havo CM-leerlingen.
Lonneke Boels zal tijdens dit webinar haar inzichten delen, gebaseerd op haar recente promotieonderzoek. Na dit webinar heeft u praktische inzichten en handvatten die u direct kan toepassen in uw wiskundeles over statistiek.
Meer informatie en aanmelden
|
|
|