Op
de website van de Nederlandse Vereniging van Wiskundeleraren (NVvW)
zijn vorige maand twee reacties van het bestuur gepubliceerd op
het vijfde en laatste tussenproduct van het ontwikkelteam Rekenen &
Wiskunde van curriculum.nu. De eerste reactie betreft de grote lijnen
van het voorstel en de tweede reactie gaat over het vervolgtraject.
In die tweede reactie besteedt de NVvW veel aandacht aan de voorgestelde
herverkaveling van wiskunde in de bovenbouw van havo en vwo. Op
de
website van curriculum.nu worden beide reacties niet gepubliceerd,
evenals een aantal andere wat uitgebreidere reacties die niet direct
betrekking hebben op de door
curriculum.nu geformuleerde vragen.
Geen details
De NVvW gaat in zijn reactie op het vijfde tussenproduct uitdrukkelijk
niet in op de details van de voorstellen. Die zijn namelijk nog te weinig
concreet en nog niet uitgewerkt naar niveaus en diepgang. Het bestuur
van de NVvW gaat ervan uit dat het bij de ontwikkeling van kerndoelen
nog mogelijk is om af te wijken van de door
curriculum.nu voorgestelde
'bouwstenen'.
Geen grote opdrachten
In de voorstellen van
curriculum.nu speelt het formuleren van
zogenaamde 'grote opdrachten', waarin de grote lijnen zouden worden
geschetst, een belangrijke rol. Volgens het bestuur van de NVvW heeft
het ontwikkelteam Rekenen & Wiskunde deze fase in feite overgeslagen:
"Er is geen poging gedaan het vak thematisch af te bakenen en de sterk
toenemende vraag naar wiskunde te relateren aan ontwikkelingen in
andere disciplines en veranderingen in de maatschappij. Een
dergelijke exercitie had kunnen leiden tot een pleidooi om het
kerncurriculum niet in te krimpen maar juist uit te breiden." |
Statistiek
Het bestuur van de NVvW beoordeelt de beoogde grotere rol van
statistiek als positief maar heeft wel behoefte aan een nadere
uitwerking. Bij het statistiekonderwijs is het namelijk niet
alleen van belang om leerlingen te leren om kritisch naar
onderzoeken en conclusies te kijken. Leerlingen moeten met
het statistiekonderwijs ook voorbereid worden op vervolgstudies.
Er moet daarom vooral op havo en vwo worden gekeken naar de eisen
die vervolgopleidingen op het gebied van de statistiek stellen.
Met die eisen moet al in de onderbouw rekening gehouden worden.
Vmbo
De plannen om de inhoud van het curriculum voor vmbo-gt (mavo)
te laten samenvallen met het curriculum van de havo onderbouw
worden door de NVvW resoluut afgewezen:
"Dit is niet wenselijk. Er moet een verbetering komen in de overgang
van vmbo-gt naar havo maar die overgang moet niet verbeterd worden
door de inhoud van het wiskundeprogramma op vmbo-gt gelijk te maken
aan de inhoud van de onderbouw havo. Dit zou geen recht doen aan de
eigenheid van de vmbo-leerlingen. Een groot deel van de
vmbo-gt-leerlingen stroomt niet door naar de havo maar stroomt door
naar het mbo. De aansluiting naar het mbo is dus minstens zo
belangrijk als de aansluiting naar de havo. Het vmbo moet een eigen
programma houden, waarbij de overstap naar de havo mogelijk is." |
Samenhang met andere vakken
Het ontwikkelteam Rekenen & Wiskunde van
curriculum.nu
ziet de samenhang van rekenen/wiskunde met andere vakken met name
in de contexten die andere leergebieden leveren. Dat is volgens
de NVvW te beperkt:
"Het gaat er niet om dat een ander vak een toepassing van een
wiskundig concept levert, het gaat wat ons betreft veel meer om een
samenwerking. Bij andere vakken wordt gebruik gemaakt van wiskundige
kennis en vaardigheden, die in de wiskundelessen aangeleerd kunnen
worden. Door actief te overleggen met andere vakken zal blijken welke
wiskundige kennis en vaardigheden andere vakken gebruiken en wanneer
deze aangeleerd moeten worden. Op die manier zullen de kennis en
vaardigheden beter verankerd worden." |
Niet minder maar juist meer wiskunde
Een van de doelstellingen van
curriculum.nu was, en is nog
steeds, het terugdringen van de overladenheid van het curriculum.
Het ontwikkelteam Rekenen & Wiskunde heeft daarom van de
coördinatiegroep de opdracht gekregen om bouwstenen te maken
voor 70% van het curriculum, het zogenaamde kerncurriculum.
Het bestuur van de NVvW verzet zich hier sterk tegen. Het bestuur vindt
dan het juist noodzakelijk is om het wiskundecurriculum uit te breiden.
In plaats van reductie tot 70% is een uitbreiding tot misschien zelfs
wel 120% hard nodig. Dit vanwege het grote belang van wiskunde voor
de maatschappij.
Ook is het bestuur van de NVvW niet enthousiast over de ideeën van het
ontwikkelteam Rekenen & Wiskunde om tijdwinst te halen uit het
inzetten van digitale hulpmiddelen en om nadruk te leggen op schattend
rekenen. Daarbij vindt het bestuur het doorschuiven van onderwerpen
naar een latere fase niet wenselijk.
Bovenbouw havo/vwo
De aanbevelingen voor de bovenbouw van het voortgezet onderwijs van
curriculum.nu zijn volgens het bestuur te onrijp voor commentaar.
Voor het vmbo loopt er een apart vernieuwingsproject dat
als
zelfstandig traject zou moeten worden voortgezet. Voor havo/vwo
formuleert het bestuur opnieuw voorstellen
die
in 2017 al in een visiestuk te lezen waren. Zie hiervoor ook
WiskundE-brief 791.
In plaats van de huidige ABCD indeling van de wiskundevakken zouden
er drie clusters van eindtermen geformuleerd moeten worden, te weten:
- Informatieverwerking en onzekerheid (combinatoriek, kansrekening,
schatten en toetsen, beschrijvende statistiek), aangevuld met onderwerpen
uit de discrete wiskunde.
- Algebra, analyse en meetkunde.
- Verdieping in algebra, analyse en meetkunde en een compacte
module kansrekening en statistiek.
X en Y bereiden leerlingen optimaal voor op economische en toegepaste
bètastudies. Voor leerlingen die een fundamentele bètastudie of een
technische studie overwegen, zijn Y en Z relevant.
Verkeerde uitgangspunten
De kritiek van de NVvW strekt voorbij het vijfde en laatste
tussenproduct van het ontwikkelteam Rekenen & Wiskunde. In de
Aanbevelingen
voor het bovenbouwtraject stelt de NVvW de uitgangspunten
van
curriculum.nu zélf aan de kaak:
"Bij de aanvang van Curriculum.nu zijn aannames gedaan die wat ons
betreft onderzoek verdienen om te voorkomen dat een traject van
diverse jaren achteraf verkeerde uitgangspunten blijkt te hebben
gehad. Zaken die volgens ons nader onderzoek vergen zijn:
- Is er werkelijk een overladenheid in de huidige programma's, zo
ja, wat is aan overladenheid aan te wijzen? Is het curriculum
terugbrengen tot 70% van het huidige curriculum daarvoor een
effectieve oplossing? Waar komt deze 70% vandaan, is dit een reëel
percentage?
- Wat zou een optimale verdeling van de tijd van leerlingen over de
vakken zijn? Is het voor Nederland verstandig om alle vakken even
zwaar te maken of is het verstandiger om sommige vakken meer en
andere vakken minder aandacht in het curriculum te geven? In 2014
heeft Deloitte de bijdrage van wiskunde aan de Nederlandse economie
onderzocht. Toen bleek dat wiskunde jaarlijks 160 miljard euro voor
Nederland verdient. Maar het rapport toont ook aan dat er
geïnvesteerd moet worden in wiskunde in het Nederlandse onderwijs.
Wellicht betekent dit dat wiskunde een groter aandeel in het
curriculum moet krijgen.
- Wiskunde is een vak met veel raakvlakken in andere vakken.
Voordat begonnen wordt met het maken van een nieuw curriculum voor
wiskunde moet onderzocht worden welke wiskunde bij andere vakken
gebruikt wordt, tot welke diepgang en op welk niveau."
|
Ook heeft de NVvW kritiek op het feit dat de ontwikkelteams
uitsluitend uit leraren zijn samengesteld:
"Uiteraard moeten leraren een belangrijke rol in het traject hebben
maar deze bezetting van de ontwikkelteams zorgt voor een te
eenzijdige blik. Pas in een later stadium werden vakinhoudelijke
experts geraadpleegd maar raadplegen levert een andere input dat deel
uit maken van een ontwikkelteam." |
De NVvW pleit daarom voor het opzetten van breed opgezette
ontwikkelteams waarin niet alleen leraren zitting nemen:
"Een samenwerking tussen wiskundesecties van scholen, vakinhoudelijke
experts, vakdidactici en wiskundedocenten van vervolgopleidingen die
gezamenlijk de bal oppakken lijkt ons een effectievere weg om te
komen tot een goed doordacht, nieuw curriculum." |
gk