Informatie over het centraal examen wiskunde vmbo
Hieronder volgen een aantal aandachtspunten voor het examen vmbo.
Alleen schoolexamen
De onderstaande onderwerpen behoren niet tot het centraal
examen maar alleen tot het schoolexamen.
- BB en KB
- K/1: Oriëntatie op leren en werken.
- K/2: Basisvaardigheden.
- K/7: Informatieverwerking, statistiek.
- K/8: Geïntegreerde wiskundige activiteiten.
- GT
- K/1: Oriëntatie op leren en werken.
- K/2: Basisvaardigheden.
- K/7: Informatieverwerking, statistiek.
- K/8: Geïntegreerde wiskundige activiteiten.
- V/2: Verrijkingsopdrachten.
- V/3: Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie.
Toegestane hulpmiddelen
Bij alle vakken zijn de onderstaande hulpmiddelen
toegestaan:
- Schrijfmateriaal inclusief millimeterpapier.
- Tekenpotlood.
- Blauw en rood kleurpotlood.
- Liniaal met millimeterverdeling.
- Passer.
- Geometrische driehoek.
- Vlakgum.
- Eenvoudig electronisch rekenapparaat.
Woordenboek
Bij schriftelijke examens mag een ééndelig
woordenboek Nederlands worden gebruikt. In plaats hiervan mag ook gebruik
gemaakt worden van een woordenboek van Nederlands naar een vreemde taal,
bijvoorbeeld naar de thuistaal van de kandidaat. Digitale
woordenboeken zijn niet toegestaan.
Bij vakspecifieke termen kan een woordenboek aanleiding
geven tot verwarring. Zo heeft het woord 'eentonigheid' in het vak muziek
bijvoorbeeld een betekenis die niet strookt met de beschrijving in een
woordenboek. Voor een inhoudelijk afwijkende omschrijving
worden geen punten toegekend, zelfs niet wanneer de kandidaat deze
omschrijving letterlijk aan het woordenboek heeft ontleend.
Extra toegestane hulpmiddelen bij het vak wiskunde
De kandidaat mag tijdens het wiskunde-examen gebruik maken van
roosterpapier met ruitjes van 10mm. Verder mag de kandidaat naast of in
plaats van een geometrische driehoek ook een windroos gebruiken.
Rekenmachine
Bij alle vakken, dus ook bij wiskunde, is een 'gewone'
rekenmachine toegestaan. Bij wiskunde KB en GL/TL
moet de rekenmachine naast de grondbewerkingen tevens
beschikken over toetsen voor π, xy, x2, x-1 en
sin/cos/tan in graden, met hun inverse functies. Bij BB moet de rekenmachine naast de grondbewerkingen tevens
beschikken over toetsen voor x2 en √x
Welke rekenmachine
Een rekenmachine mag de volgende eigenschappen hebben:
- 'woorden' als SIN COS TAN mogen op het scherm worden getoond.
- Het scherm mag meerdere regels kunnen bevatten.
- De machine mag de mogelijkheid bieden om tabellen te maken.
Het volgende is echter niet toegestaan:
- De machine mag tijdens het examen niet aan het lichtnet worden
aangesloten.
- De machine mag geen schrijfrol bevatten.
- De machine mag geen alarm of ander geluid geven.
- Het mag niet mogelijk zijn om teksten in te voeren en weer uit te lezen.
- De machine mag geen grafieken kunnen tekenen.
- De machine mag op geen enkele wijze gegevens met andere
machines kunnen uitwisselen.
Computers
Bij alle schriftelijke examens is de computer toegestaan als
schrijfgerei. De school kan dat toestaan voor alle kandidaten maar kan het
ook toestaan voor speciale groepen van kandidaten,
bijvoorbeeld voor de dyslectische kandidaten.
Als de computer als schrijfgerei wordt gebruikt, is het van belang dat
kandidaten geen toegang hebben tot verboden hulpmiddelen,
zoals bijvoorbeeld een digitale atlas of een digitaal
woordenboek. Ook moet uiteraard de mogelijkheid tot opslag en/of
afdrukken van de uitwerkingen goed worden geregeld. Op de site van het
CvE staat een brochure met aanwijzingen voor scholen die de computer
als schrijfgerei willen inzetten. verderop staat onder de kop
'Documenten' een link naar die brochure.
De computer kan worden gebruikt als hulpmiddel voor kandidaten
met een beperking, bijvoorbeeld voor audio (Daisy of spraaksynthese)
of voor vergroting 'op maat' van de PDF van het examen op het beeldscherm. Ook dan mag
de kandidaat geen toegang hebben tot verboden hulpmiddelen. Bij
elke inzet van de computer geldt tevens onverkort de lijst van
toegestane hulpmiddelen. Ook kandidaten die op de
computer werken, mogen dus bijvoorbeeld een niet digitaal,
ééndelig woordenboek gebruiken.
Formules
Bij de examens wiskunde BB worden formules die de leerling niet uit het
hoofd hoeft te kennen, bij de betreffende opgave vermeld. Bij KB en GT
worden formules die de leerling niet uit het hoofd hoeft te kennen, aan het begin
van het examen vermeld. Voorbeelden zijn formules voor de omtrek of de
oppervlakte van een cirkel of de inhoud van een bol, een cilinder, een
prisma, een piramide of een kegel.
Eenvoudige meetkundige berekeningen, zoals het
berekenen van de oppervlakte van een rechthoekige driehoek,
moeten kunnen worden uitgevoerd zonder dat hier formules voor
worden gegeven.
Documenten
De volgende documenten bevatten belangrijke
gegevens voor het eindexamen wiskunde: