Informatie over het centraal examen wiskunde havo/vwo
Hieronder volgen een aantal aandachtspunten voor het examen havo/vwo.
Alleen schoolexamen
De onderstaande onderwerpen behoren niet tot het centraal
examen maar alleen tot het schoolexamen.
Havo wiskunde A
A4: Oriëntatie op studie en beroep.
D1: Populatie en steekproef.
D2: Ordenen, verwerken en samenvatten van statistische
gegevens.
F1: Exponentiële functies.
Let op: subdomein E3 (exponentiële verbanden) behoort
wél tot het CE!
F2: Gebroken lineaire functies en machtsfuncties
Havo wiskunde B
A4: oriëntatie op studie en beroep.
Vwo wiskunde A
A4: oriëntatie op studie en beroep
Bg1 gedeeltelijk: Goniometrische functies.
Cg2: Rijen en recurrente betrekkingen.
G: Keuzeonderwerpen.
Let op: De subdomeinen Fa1 (Populatie en steekproef) en Fa2
(Ordenen, verwerken en samenvatten van statistische
gegevens) behoren wél tot het CE!
Vwo wiskunde B
A4: oriëntatie op studie en beroep.
G: Keuzeonderwerpen
Vwo wiskunde C
A4: oriëntatie op studie en beroep.
Cg2: Rijen en recurrente betrekkingen.
Ea: Grafen en matrices.
Fa1: Populatie en steekproef.
Fa2: Ordenen, verwerken en samenvatten van statistische
gegevens.
G: Keuzeonderwerpen.
Toegestane hulpmiddelen
Bij alle vakken zijn de onderstaande hulpmiddelen
toegestaan:
Schrijfmateriaal inclusief millimeterpapier.
Tekenpotlood.
Blauw en rood kleurpotlood.
Liniaal met millimeterverdeling.
Passer.
Geometrische driehoek.
Vlakgum.
Eenvoudig electronisch rekenapparaat.
Woordenboek
Bij schriftelijke examens mag een ééndelig
woordenboek Nederlands worden gebruikt. In plaats hiervan mag ook gebruik
gemaakt worden van een woordenboek van Nederlands naar een vreemde taal,
bijvoorbeeld naar de thuistaal van de kandidaat. Digitale
woordenboeken zijn niet toegestaan.
Bij vakspecifieke termen kan een woordenboek aanleiding geven
tot verwarring. Zo heeft het woord 'eentonigheid' in het vak muziek
bijvoorbeeld een betekenis die niet strookt met de beschrijving in een
woordenboek. Voor een inhoudelijk afwijkende omschrijving
worden geen punten toegekend, zelfs niet wanneer de kandidaat deze
omschrijving letterlijk aan het woordenboek heeft ontleend.
Extra toegestane hulpmiddelen bij het vak wiskunde
De kandidaat mag tijdens het wiskunde-examen gebruik maken van
roosterpapier met ruitjes van 10mm. Verder mag de kandidaat naast een
eenvoudig electronisch rekenapparaat precies één
grafische rekenmachine gebruiken. Kandidaten
mogen gedurende het examen geen grafische rekenmachine van
andere kandidaten gebruiken. Grafische rekenmachines
mogen gedurende het examen niet met andere machines of met het
lichtnet worden verbonden.
Met ingang van 2016 geldt: de grafische rekenmachine moet voor het begin van het examen worden gereset of in de 'examenstand' gezet
De volgende recente typen grafische rekenmachines zijn toegestaan op het examen:
Casio FX-9750GII, FX-9860GII (ook SD) en CG20.
Hewlett Packard 39GII.
Texas Instruments 84+ , 84+ Silver Edition en 84 plus C Edition
Texas Instruments TI-NSpire CX zonder CAS.
Texas Instruments levert een opvallend oranje, extern gemonteerde cradle waarmee communicatie met een externe computer mogelijk is. Deze is uiteraard niet toegestaan.
Het niet toegestaan tijdens het centraal examen de applicatie ZoomMath op degrafische
rekenmachine te hebben geïnstalleerd.
Oudere typen van de genoemde grafische
rekenmachines zijn ook toegestaan maar de kans bestaat dat sommige examenopgaven daarmee niet of minder goed te maken zijn.
Eenvoudig electronisch rekenapparaat
De met deze term aangeduide rekenmachine mag de volgende
eigenschappen hebben:
'woorden' als SIN COS TAN mogen op het scherm worden getoond.
Het scherm mag meerdere regels kunnen bevatten.
De machine mag de mogelijkheid bieden om tabellen te maken.
Het volgende is echter niet toegestaan:
De machine mag tijdens het examen niet aan het lichtnet worden
aangesloten.
De machine mag geen schrijfrol bevatten.
De machine mag geen alarm of ander geluid geven.
Het mag niet mogelijk zijn om teksten in te voeren en weer uit te lezen.
De machine mag geen grafieken kunnen tekenen.
De machine mag op geen enkele wijze gegevens met andere
machines kunnen uitwisselen.
Computers
Bij alle schriftelijkeexamens is de computer toegestaan als
schrijfgerei. De school kan dat toestaan voor alle kandidaten maar kan het
ook toestaan voor speciale groepen van kandidaten, bijvoorbeeld
voor de dyslectische kandidaten.
Als de computer als schrijfgerei wordt gebruikt, is het van belang dat
kandidaten geen toegang hebben tot verboden hulpmiddelen, zoals
bijvoorbeeld een digitale atlas of een digitaal woordenboek.
Ook moet uiteraard de mogelijkheid tot opslag en/of afdrukken van de
uitwerkingen goed worden geregeld. Op de site van het CvE staat een
brochure met aanwijzingen voor scholen die de computer als
schrijfgerei willen inzetten. verderop staat onder de kop
'Documenten' een link naar die brochure.
De computer kan worden gebruikt als hulpmiddel voor kandidaten met
een beperking, bijvoorbeeld voor audio (Daisy of spraaksynthese) of voor
vergroting 'op maat' van de PDF van het examen op het beeldscherm. Ook dan mag de
kandidaat geen toegang hebben tot verboden hulpmiddelen. Bij
elke inzet van de computer geldt tevens onverkort de lijst van
toegestane hulpmiddelen. Ook kandidaten die op de computer
werken, mogen dus bijvoorbeeld een niet digitaal, ééndelig
woordenboek gebruiken.
Formulekaarten
Tijdens het examen mogen geen formulekaarten gebruikt worden. In de
vwo-examens wordt er in het examenopgaveboekje op de tweede
bladzijde een overzicht van formules (wiskunde A) en definities
en stellingen (wiskunde B) opgenomen. Dit overzicht, waar de
kandidaat dus tijdens het examen over kan beschikken, staat ook in de
syllabus.
Voor officiële informatie over toegestane hulpmiddelen zie: