Het lijkt erop dat er dit jaar op veel scholen soepel zal worden
omgegaan met de overgangscriteria. Zonder corona zou dat waarschijnlijk
heel anders zijn uitgepakt want de statistieken laten zien dat de trend
de andere kant uitgaat. In de afgelopen paar jaar zijn er juist steeds
weer meer leerlingen niet bevorderd. Zonder de coronamaatregelen zou
dit jaar misschien zelfs wel ongeveer 10% van de leerlingen zijn
gedoubleerd of zijn afgestroomd naar een lager onderwijsniveau.
Eind mei 2020, drie maanden later dan gewoonlijk, zijn de nieuwste
gegevens over het 'zittenblijven' in het voortgezet onderwijs gepubliceerd.
Uit die gegevens blijkt dat het percentage doubleurs, na een aanvankelijke
daling in het begin van dit decennium, de laatste jaren weer behoorlijk toeneemt.
Ook het percentage leerlingen dat afstroomt naar een lager onderwijsniveau
neemt sinds kort weer wat toe. Het lijkt mij daarom interessant om de groepen
doubleurs en afstromers bijeen te voegen en tezamen te bekijken. Gemakshalve
noem ik de leerlingen waarover ik het hier heb 'niet bevorderd' maar het is
belangrijk om te beseffen dat ik het dan bijvoorbeeld ook heb over leerlingen
die van 3 vwo naar 4 havo zijn afgestroomd.
Totaaloverzicht
In 2015, aan het eind van het schooljaar 2014-2015, werd 8,3% van de
leerlingen in het voortgezet onderwijs 'niet bevorderd'. Vorig jaar
was die groep gegroeid tot 9,6%. Bekend is dat jongens het slechter
doen dan de meisjes, alhoewel recente cijfers suggereren dat dit
verschil wellicht wat kleiner aan het worden is. Zie de grafiek hieronder
voor de details.
Het is interessant om deze gegevens eens voor de verschillende opleidingen
apart te bekijken.
Vwo
Opmerkelijk is dat de groei van de groep van niet bevorderden binnen het
vwo zich vooral voordoet in de klassen 2, 3 en 4.
Het percentage gezakten blijft op het vwo vrij constant. De examenklas is
ook in een ander opzicht een uitzondering; er zakken meer meisjes dan
jongens. Vorig jaar zakte ruim 6% van de jongens en ruim 8% van de meisjes
voor het eindexamen vwo.
Havo
Klas 4 van het havo wordt vaak gekenmerkt als een 'lastige' klas
met veel afvallers. De cijfers van vorig jaar laten echter weinig
verschil met andere klassen zien. Voor de duidelijkheid heb ik de
verticale as in de onderstaande grafiek iets ingekort.
Opmerkelijk in deze grafiek zijn de sterke stijging in het laatste
schooljaar in de eerste klas en de stabiele situatie in de
eindexamenklas. In de lagere klassen van het havo doen jongens het
beduidend slechter dan meisjes. In de examenklas is dat anders; de
jongens doen het daar meestal juist weer net iets beter.
Gemengde groepen havo/vwo
Vorig jaar startten ongeveer 37.000 leerlingen hun schoolcarrière
in een gemengde havo/vwo-klas. Deze groep is drie keer zo groot
als de groep die in de brugklas meteen op havoniveau starten.
In de tweede leerlaag is het aandeel van de gemengde havo/vwo-klassen
een stuk kleiner. Daar vinden we voor het vorige schooljaar ongeveer
16.000 leerlingen in een gemengde klas tegenover ongeveer 31.000
leerlingen in een echte havoklas. In de derde leerlaag zaten er
vorig schooljaar nog slechts een paar honderd leerlingen in een
gemengde klas
Is het beeld in de gemengde klassen anders dan in de 'zuivere' havo
of vwo klassen? Oordeelt u zelf aan de hand van de onderstaande
grafiek.
In een volgend artikel zal ik nader ingaan op de ontwikkelingen op
het vmbo en in de brede brugklassen.
gk