Wiskunde is een vak waarin relatief veel lessen worden gegeven
door docenten die niet of niet geheel bevoegd zijn. In de breedte is
er vorig jaar wat verbetering in deze situatie gekomen. Voor de
bovenbouw van het havo/vwo is dat echter niet het geval. Vooral
qua jonge docenten ziet het er in dat segment wat zorgelijk uit.
Deze maand zijn nieuwe cijfers over bevoegdheden en vakken in het
voortgezet onderwijs vrijgegeven. Ze zijn te vinden in
een
rapport van CentERdata dat op 23 november 2018 aan het ministerie
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) werd aangeboden.
Dit rapport heeft 1 oktober 2017 als peildatum en belicht dus niet
de situatie van vorig jaar.
De laatste jaren wordt er door het ministerie gewerkt met een
driedeling in de bevoegdheidssituatie, te weten
bevoegd,
benoembaar en
onbevoegd. In de categorie
benoembaar
vallen onder andere de niet bevoegde docenten die tijdelijk
vervangen, leraren in opleiding (LIO's), zij-instromers, leraren met
een tweedegraads bevoegdheid die in het eerstegraads vakgebied lesgeven
en docenten met een bevoegdheid voor een ander vak.
Kerend tij?
Tot voor kort was er bij het vak wiskunde sprake van dat er steeds minder
lessen werden gegeven door volledig bevoegde docenten. Het onderstaande
diagram laat echter zien dat het tij lijkt te keren:
De categorie 'benoembaar' kent in relatieve zin al een tijd een
flinke groei. Hierdoor daalt de laatste jaren het percentage
wiskundelessen dat volgens het onderzoek van
CentERdata
door onbevoegde docenten wordt gegeven. Toch werden de wiskundelessen
op het vmbo in het schooljaar 2017/2018 nog voor 12% door onbevoegden
gegeven. Op het havo werd 5% van de lessen door onbevoegden gegeven
en op het vwo werd 3% van de lessen door onbevoegden gegeven.
Deze ontwikkeling ligt in lijn met de ontwikkeling bij de overige
vakken. Toch liggen de vakken wiskunde en maatschappijleer qua
onbevoegdheid nog steeds op kop.
Voornamelijk het tweedegraadsgebied
Kijk je wat nauwkeuriger naar de gegevens, dan zijn er voor het
havo/vwo nog wel wat kanttekeningen te maken. Zo is er in het
eerstegraadsgebied weinig verbetering te bespeuren. Het onderstaande
diagram laat zien dat de verbetering voornamelijk in het
tweedegraadsgebied te vinden is.
Vergrijzing
Volledig bevoegde wiskundedocenten zijn relatief vaak wat ouder.
Van de groep van leraren die jonger zijn dan 35 jaar is maar
65% bevoegd en van de groep van leraren die ouder zijn dan 54 jaar
is ruim 90% bevoegd. Naar verwachting gaat deze vergrijzing op wat
langere termijn een belangrijke invloed uitoefenen op de
bevoegdheidscijfers bij het vak wiskunde.
gk