Veel docenten hebben in het recente verleden op allerlei
manieren te kennen gegeven dat zij inzage willen hebben in
de rekentoetsen van hun leerlingen om de gemaakte fouten te
kunnen analyseren.
Het Cito heeft, wellicht in reactie hierop, onlangs twee documenten
gepubliceerd waarin een overzicht wordt gegeven van veel
gemaakte fouten bij de opgaven die vrijgegeven zijn via de
voorbeeldtoetsen.
Veelgemaakte fouten 3F
Bij de roemruchte 3F opgave over het plakken van kortingstickers
blijkt dat ongeveer 20% van de leerlingen de totale korting heeft
berekend in plaats van het te betalen bedrag. Een vergelijkbaar
percentage verrekende zich een etmaal bij de opgave over de top
2000, waarbij het aantal gedraaide nummers per uur moest worden
berekend.
Bij de vraag over de winst die gemaakt werd bij aandelen, bleken
de transactiekosten een struikelblok te zijn. Ongeveer 19% van de
leerlingen telde deze bij de brutowinst op.
Afronding een groot probleem
Bij een vraag over de waardestijging van een kunstwerk, waarbij
met verschillende valuta moest worden gerekend, bleek voor 17%
van de leerlingen de afronding in duizendtallen het probleem
te zijn. Afrondingsproblemen (naar beneden, naar de dichtstbijzijnde
waarde, tussentijds) bleken bij meerdere opgaven een belangrijke
of zelfs de belangrijkste bron van fouten te zijn. Ook afwijkende
eenheden bij het antwoordvak (bijvoorbeeld cm, terwijl in de opgave steeds
over mm wordt gesproken) geven vaak problemen.
Het dubbel tellen, zoals bij vragen over halve competities,
waarbij elke team één keer tegen elk ander team speelt, was ook
een belangrijke oorzaak van onjuiste antwoorden
Veelgemaakte fouten 2F
Veel fouten bij 2F hadden te maken met het omrekenen van eenheden,
zoals ton naar kg, m
3 of cm
3 naar liter of
km
2 naar ha). Ook ontbrekende kennis van het juiste aantal
dagen van maanden leidde tot veel fouten.
Verwachtingspatroon
Bij een aantal opgaven lijkt het verwachtingspatroon van de leerlingen
een belangrijke rol te spelen: een examen duurt nog minder dan een uur,
als getallen opgeteld ruim 100 zijn, lijken het net percentages.
Mogelijk heeft ook de foutieve vertaling van "anderhalf keer zo groot"
naar een verhoging met 150% iets te maken met de verwachting van de
leerling.
Erg verwarrend was ook het overzicht waarin stond hoeveel buitenlandse
valuta je kreeg voor één euro in combinatie met een vraag over het
inwisselen van deze valuta in euro's.
En ook in 2F was het anders of verkeerd afronden een bron van veel
fouten.
Bewust geen volledige analyse
Bij de meeste opgaven geeft Cito mogelijke verklaringen van fouten.
Bij de laatste 10 opgaven doet Cito dat bewust niet. "
Dit geeft lezers
de kans om zelf te onderzoeken welke incorrecte denkstappen de
leerlingen waarschijnlijk maakten".
De documenten zijn opvraagbaar via
deze link.