Vrijdag 30 mei heeft een gesprek plaatsgevonden tussen OCW en cTWO. Hierbij een impressie daarvan vanuit cTWO- perspectief. Beide partijen gaven aan te hechten aan zorgvuldige procedures en regelmatig contact. OCW maakte duidelijk dat het primaat van de programmaontwikkeling wiskunde bij de vernieuwingscommissie cTWO ligt. Voor wat betreft de voortgang van de examenprogramma's is besloten dat verder advies zal worden gevraagd aan VSNU en HBO-raad, waarbij hen wordt gevraagd in het oordeel rekening te houden met wat van het VO/de leraren redelijkerwijs gevraagd kan worden, in het perspectief van zowel de doorlopende leerlijnen als de algemene vorming. Daarnaast is besloten de start van de examenpilots wiskunde een jaar uit te stellen. De pilotscholen gaan wel per 2008/2009 aan het werk, maar richten zich op het ontwikkelen en uittesten van materiaal voor de nieuwe programma's binnen de huidige 2007 curricula. Bij het tweede deel van het gesprek waren ook vertegenwoordigers van de NVvW en de inmiddels gedechargeerde resonansgroep aanwezig. Daarbij is de petitie aangeboden die op initiatief van Van Streun, Kollenveld en Van Maanen op dat moment door ongeveer 400 betrokkenen was ondertekend. In dit deel van het gesprek is afgesproken dat OCW en de NVvW binnenkort verder spreken over de ruimere problematiek van het wiskundeonderwijs.
Paul Drijvers Secretaris cTWONu het bestuur van cTWO en van de NVvW weer serieus in gesprek zijn geraakt met OC&W is het tijd om de actie 'Stop kaalslag wiskundeonderwijs' af te sluiten. Nog nooit zijn zoveel wiskundeleraren openlijk in actie gekomen tegen een besluit van OC&W. Vorige week vrijdag hebben de delegaties van NVvW en cTWO ruim 400 digitale handtekeningen met naam en functievermelding overhandigd aan de departementale top. Inmiddels staat de teller op ruim 500. (De ontvanger weet dus wie ze zijn, maar om redenen van privacy is zo'n lijst niet openbaar op de website.)
Het is natuurlijk treurig dat zo'n actie nodig is gebleken.De politiek roept om het hardst dat de basisvakken rekenen-wiskunde samen met taal absolute prioriteit moeten hebben. Wat doet onze overheid in werkelijkheid? Het ontwerpt een Tweede Fase en deelt studielasturen uit op basis van 40 schoolweken met 40 uur uren studie. De vakontwikkelgroep wiskunde maakt mooie programma's voor het grote aantal toegewezen studielasturen. Programma's, die alras ten onder zijn gegaan in de chaos van de invoering. In mijn oratie (Van Streun 2001) rekende ik voor dat er een tekort van 30% aan studielasturen was, waarop OC&W in de pers suggereerde dat die Van Streun niet kon rekenen. Nadat de politiek en OC&W eindelijk begrepen dat er van alles mis was gegaan, koos men voor de breedte in plaats van voor de diepgang. Niks prioriteit voor de basisvakken, gewoon ieder vak hetzelfde aandeel en veel vakken verplicht! En jullie, onderwijsveld, maken van de overgebleven brokstukken maar een vernieuwend programma...
Nadat de vernieuwingscommissie wiskunde cTWO was geïnstalleerd en nog voordat ze goed en wel aan het werk was, bracht de studentenactie Lieve Maria onze minister in verlegenheid. Niets minder uren voor de wiskundevakken, juist meer, want anders wordt de aansluiting nog slechter. Wat dacht je wat? De urenreductie wordt ongedaan gemaakt? Nee hoor, de Tweede Kamer wordt zoet gehouden met een aparte commissie, de Resonansgroep, die alleen op doorstroomrelevantie van de programma's mag letten. Alsof cTWO dat ook niet in de opdracht heeft en alsof in cTWO het wo en hbo niet zwaar en representatief zijn vertegenwoordigd. Per definitie zal de Resonansgroep, met haar eenzijdige opdracht en dito samenstelling, dus wel moeten afwijken van elk evenwichtig programma dat door cTWO wordt voorgesteld. Geen enkel ander vak heeft het genoegen om opgezadeld te zijn met zo'n commissie. Dat heb je ervan als je een basisvak bent...
In de programmacommissies van cTWO zijn veel leraren actief en die weten om de drommel wel dat bij de algebraïsche basisvaardigheden in de Tweede Fase een extra aandachtspunt ligt. Iedereen die de moeite neemt om de door cTWO voorgestelde programma's te leggen naast de programma's van de vakontwikkelgroep aan het begin van de Tweede Fase zal zien dat de algebraïsche vaardigheden er duidelijker en meer centraal in zijn opgenomen. Maar ook de andere aspecten van de verschillende wiskundevakken moeten in de gereduceerde urenaantallen worden meegenomen om een evenwichtig programma te krijgen. Onderwijsbaar, studeerbaar en ook nog motiverend als het kan.
De programmacommissie wiskunde A vwo heeft wel de onvrede gehoord van een aantal 1e jaars wiskundedocenten van de Economische faculteiten over de toelating met wiskunde A, maar kon hun algebralijst niet honoreren in een evenwichtig en voor die doelgroep studeerbaar programma. (Die algebra had ook nooit in wiskunde A gezeten.) En dus wordt er naar verwachting door de Resonansgroep bezwaar gemaakt. En hier komt de politiek weer om de hoek. Hebben wij, OC&W, niet aan de Tweede Kamer beloofd dat we extra zullen letten op doorstroomrelevantie? Wat nu? Wij hebben de Tweede Kamer niet beloofd dat er voor elke doelgroep een onderwijsbaar, studeerbaar en motiverend programma moet komen. We zien gemakshalve over het hoofd dat statistiek voor alle leerlingen in de M-profielen en voor een deel van de leerlingen in het NG-profiel (medische statistiek b.v.) het belangrijkste wiskundevak is, terwijl het ook mooi is meegenomen dat juristen en kamerleden iets begrijpen van statistiek. Nee, statistiek wordt naar de rand en over de rand geduwd! En dus bedenken wij, OC&W, een toelichting waarin de kern van alle wiskunde in algemeen vormend onderwijs bestaat uit algebraïsch en analytisch rekenwerk. Wie wat websites raadpleegt van buurlanden ziet hoe uniek en oorspronkelijk en internationaal baanbrekend deze nieuwe visie op wiskunde in het VO is...
Het treurige van dit politieke gedoe is dat de ellende die de politiek door de reducties heeft veroorzaakt zijn terugslag heeft op onze onderlinge discussie. Het venijn en de bitterheid van sommige bijdragen in die discussie is voor een buitenstaander verbazingwekkend. Net zo goed als je binnen de wiskunde beweringen moet onderbouwen en bewijzen, moet dat toch ook kunnen als je een discussie voert over onze liefde, het onderwijs in de wiskunde. Er is in de programmacommissies serieus geluisterd naar praktiserende leraren wat betreft de belangrijkste aspecten zoals de onderwijsbaarheid en studeerbaarheid van de programma's. Nu moeten we in de komende proefperiode van de experimentele programma's maar eens zien hoe die inschatting zich verhoudt tot de werkelijkheid. En graag de inhoudelijke discussie voortzetten op basis van feiten en argumenten.
VerwijzingElk jaar komt het moment dat je het werk van “de andere school” krijgt uitgereikt. Heeft de collega op het werk van zijn kandidaten aangegeven waar de fouten zitten, en een krulletje bij de/alle goede (deel)antwoorden gezet? Of staat er helemaal niets op het werk. Welbeschouwd zegt het Correctievoorschrift onder het kopje 2 Algemene regels in een Nota Bene na regel 9 op p. 3 dat “Het aangeven van de onvolkomenheden op het werk en/of het noteren van de behaalde scores bij de vraag is toegestaan, maar niet verplicht is. Slechts één keer eerder kreeg ik werk waarop niets was aangegeven. Ik heb, na een telefoontje, het hele werk meteen teruggestuurd.
Maar nu is er een regel toegevoegd aan de normering, waaruit blijkt dat het mag, maar niet hoeft.
De schoolleiding van een school in Zoetermeer heeft besloten dat bij geen enkel vak op het werk mag worden aangegeven waar de onvolkomenheden zitten. Dit kreeg ik te horen toen ik ontdekte dat er op het havo wA1,2 werk van een collega van die school niets stond bijgeschreven, en ik haar daarover belde. Bij navraag hoe het zat werd ik nogal korzelig te woord gestaan door deze en gene collega van die school. Er was geen discussie mogelijk.
Ik ben van mening dat je door als examinator niets aan te geven op het werk, de collega’s die de tweede correctie moeten uitvoeren opzadelt met een onredelijke hoeveelheid werk, maar veel erger nog, de eigen leerlingen dupeert.
Er wordt beweerd dat de tweede corrector slechts een steekproef van het werk nakijkt om te constateren of het werk naar behoren is nagekeken. Ik vind dit uit den boze.Het is toch niet te hopen dat er een collega is die het examenwerk niet correct heeft nagekeken en beoordeeld. In mijn loopbaan van meer dan dertig jaar is het één keer voorgekomen dat er niet naar behoren is nagekeken. Dat werk is teruggestuurd en opnieuw nagekeken. De normering bij wiskunde is al jaren helder en goed dichtgetimmerd. Maar wat te doen als blijkt dat in de steekproef nogal verschillen optreden tussen de scores die je als tweede corrector vindt en de voorgestelde scores van de examinator? Moet je dan alsnog al het werk gaan nakijken? Als er niets bijgeschreven staat kost dat onevenredig veel tijd, en is het een onmogelijke taak. Hoe kun je met je examinator een discussie voeren over de toekenning van de scores als er niet duidelijk is waarvoor de deelscores zijn toegekend?
Door op het werk met een duidelijk andere kleur streepjes te zetten bij de fouten die je constateert, en krulletjes bij de antwoorden die je goed keurt, help je de tweede corrector bij het snel en effectief doorlopen van het werk. Het zijn de bakens in het werk die je snel door de tweede correctie heen loodsen. Zelf voeg ik bij elke leerling een blad erbij waarop ik bij elke deelscore waar dat nodig is een toelichting geef hoe ik tot die score ben gekomen. Dit helpt meteen de discussie.
Hoe kun je nu beweren dat je de tweede corrector beïnvloedt als je die streepjes en krulletjes op het werk erbij zet?
Ik kijk elk jaar als tweede corrector het werk van alle kandidaten helemaal na. Er kan in elk werk een fout zijn blijven zitten of wat erger is iets onterecht fout gerekend zijn. Elke leerling heeft het recht op een gedegen tweede correctie. Daarom heb ik dit keer besloten om na een aantal werken van leerlingen te hebben bekeken, waarbij ik vaak tot een hogere score kwam, toch maar gewoon de voorgestelde scores over te nemen in kolom 3b. Ik wil het niet op mijn geweten hebben dat ik sommige leerlingen, van wie ik het werk wel heb bekeken, zou bevoordelen of benadelen tegenover de andere. Want ik weiger om als tweede corrector van alle kandidaten het werk van alle leerlingen “als een examinator” na te kijken. Daar staat geen vergoeding tegenover. Ik had gehoopt op een beetje collegialiteit en medewerking om mijn werk als tweede corrector zo goed mogelijk te kunnen doen. Gezegd moet dat ik bij mijn collega vwo wB1 en wB1,2 een geheel andere ervaring heb gehad. Door zijn aantekeningen op het werk kon ik snel alle fouten van de kandidaten nalopen en kwam ik in een vruchtbaar, plezierig gesprek tot het vaststellen van de eindscores. Ook deze collega had bij een leerling een vraag (die goed was) geheel over het hoofd gezien. Daar kwam ik juist achter omdat er daar niets was bijgeschreven. Ook over onterecht toegekende punten kon open en eerlijk worden gepraat. We zijn overal uitgekomen.
In je achterhoofd houd je rekening met de eindcijfers die er zouden komen bij N-term N=1. Maar het kan toch niet zo zijn dat je alleen die leerlingen bekijkt die in de buurt van eindcijfer 5,5 of 6,5 uitkomen. Daarmee doe je de andere leerlingen te kort. Deze leerlingen alleen vormen echt geen steekproef. Ik ben benieuwd naar jullie mening. Vind je dat er helemaal niets op het werk geschreven moet worden, of is het aan te bevelen om onvolkomenheden aan te geven op het werk? De CEVO houdt zich op de vlakte.
Rob van Oord, Coenecoopcollege te Waddinxveen, robvanoord[at}tiscali.nlDit onderwerp speelt al lang, eigenlijk veel TE lang.
In de WiskundEbrief schrijft de redactie 5(!) jaar geleden er het volgende artikel over:
TWEEDE CORRECTIE (WISKUNDEBRIEF 276 ; 08-06-2003)
Naar aanleiding van onderstaand ingekomen bericht lijkt het zinvol om ervaringen en gevoelens bij het verrichten van het tweede correctiewerk te peilen. Hoe kijkt u er tegenaan, hebt u ervaringen die u in bredere kring wilt ventileren. Is tweede correctie perse letterlijk het werk van de eerste corrector overdoen ( en is de vergoeding daarop afgestemd) of is tweede correctie meer bedoeld om de grote lijn van correct handelen bij de eerste correctie in de gaten te houden. Moet de eerste corrector duidelijk (op het examenwerk zelf) aangeven hoe hij/zij tot de voorgestelde score komt. Hoe denkt u over het telefonisch overleggen waarbij de tweede corrector "voorleest" wat de examenkandidaat niet (helemaal) correct heeft genoteerd. Moeten we misschien meer gebruik maken van email met (stukjes) gescand examenwerk zodat de eerste corrector de tijd heeft om precies te zien wat er aan de hand zou zijn. Is de tijdsduur voor de tweede correctie eigenlijk niet te kort. Hoe "middelt" u in het geval er niet tot overeenstemming wordt gekomen? Kortom, u zit er nu middenin en dus is het nu de tijd om hierop uw mening te laten horen.
Eindhoven - Het team dat ons land gaat vertegenwoordigen bij de Internationale Wiskunde Olympiade is bekend. Zaterdag 7 juni heeft de laatste selectieronde plaatsgevonden. De volgende zes leerlingen vormen het Nederlandse team:
CSG Willem de Zwijger te Schoonhoven zoekt per 1 augustus een enthousiaste docent wiskunde voor een volledige baan in de onderbouw. Ons onderwijs aan ruim 1000 leerlingen wordt in een modern, goed uitgerust gebouw gerealiseerd. Informatie kunt u verkrijgen bij de rector dhr.Hakkenberg (0182-390539 en hk[at}csgwillemdezwijger.nl Bezoek ook www.csgwillemdezwijger.nl
Het Dominicus College te Nijmegen is op zoek naar 1e graads docenten Wiskunde. Bent u geïnteresseerd en wilt u solliciteren, kijk voor informatie op onze website www.dominicuscollege.nl
Lyceum Sancta Maria, een middelgrote school voor havo / vwo in Haarlem-Zuid, zoekt deskundige en enthousiaste collega’s wiskunde 1e graad voor tenminste 1 FTE. Inschaling geschiedt in overleg op basis van aantoonbare kwaliteiten en werkervaring. Wij realiseren ons dat een docent wiskunde op dit moment i.v.m. schaarste een onderhandelingspositie heeft.
Inlichtingen bij hr. L. Knabben, conrector P&O 023-5316040 of l.knabben[at}sanctamaria.nl
Het Isendoorn College in Warnsveld zoekt een 1e of 2e graads wiskunde-docent voor 1 fte. Meer informatie via www.isendoorn.nl
Het Stanislascollege in Delft is op zoek naar een enthousiaste docent wiskunde voor de HAVO/ VWO locatie. Er is ruim 1 fte beschikbaar. Wiskunde docenten met zowel een 1e graads als een 2e graads bevoegdheid kunnen voor deze functie solliciteren. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de heer R. Alberda, 015 7506050 of kijken op de website: scc.stanislascollege.nl